“Alles van waarde is weerloos,” zei de Nederlandse dichter Lucebert in het gedicht ‘De zeer oude zingt uit 1974.’ Dichter bij huis blijkt dit maar al te waar: de biodiversiteit en schoonheid van de natuur in beschermde gebieden worden regelmatig bedreigd door menselijke activiteiten zoals goudwinning, houtkap, landbouw, jacht, zand- en schelpafgravingen en stroperij.
Diverse instanties trachten deze bedreigingen tegen te gaan door efficiënter beheer van de beschermde gebieden en sancties op te leggen aan overtreders van de natuurbeschermingswet.
Zo werden in maart 2012 voor de vijfde keer sinds de start van de goudkoorts in 1995 gouddelvers – afkomstig uit de dorpenconglomeratie Brownsweg – verwijderd uit het Natuurpark. Zij beschikten niet over legale mijnbouwconcessies, maar ontleenden hun mijnbouwrechten aan tribale- en gewoonterechten in dat gebied.